Begeleiding

Een diploma halen dat past bij je eigen mogelijkheden én je prettig en veilig voelen op school – vaak gaat dat vanzelf goed, maar af en toe is er meer aandacht, begeleiding of extra ondersteuning nodig. Zorg is een verantwoordelijkheid van iedereen die op school met leerlingen te maken heeft, maar wordt in de eerste plaats gegeven in het primaire proces. Op deze pagina staat meer informatie over de zorgstructuur op het Revius

KOM-gesprekken
Twee keer per jaar heb je een Kind-Ouder- Mentor gesprek. Tijdens dat gesprek heb je het over: wie ben ik, wat kan ik en wat wil ik.

Mentor
De mentor is je eerste aanspreekpunt, ook voor je ouders. Je hebt iedere week een mentoruur. Tijdens deze lessen staan verschillende onderwerpen centraal. Bijvoorbeeld: elkaar leren kennen, samenwerken, de sfeer in de groep, mediawijsheid, studievaardigheden en nog veel meer. Je mentor spreekt ook met je over je schoolresultaten en je persoonlijke ontwikkeling.

De junior-mentoren
De mentor van de brugklas wordt ondersteund door twee junior-mentoren. Dit zijn leerlingen uit de bovenbouw, die de brugklasmentoren helpen. Zij gaan mee op outdoordag, zijn aanwezig tijdens de kennismakingsactiviteiten en soms bij
mentorlessen. Zij bieden een luisterend oor – een grote “broer/zus” eigenlijk, maar dan op school.

De afdelingsleider
De afdelingsleider helpt mentoren, leerlingen en ouders op het gebied van studievoortgang, welbevinden, absentie, ziekte en gedrag. Als er ondersteuning nodig is dan wordt er afgestemd met de zorgcoördinator. Hier kun je zien wie op dit moment afdelingsleiders zijn.

Plenda
Bij ons in de brugklas hoef je zelf geen agenda te kopen. Je krijgt een Plenda! Het woord zegt het al; het is een agenda waarin je ook kunt plannen. Plannen is een belangrijke vaardigheid waar je samen met jouw mentor veel aandacht aan besteedt. Een goed gebruik van de Plenda helpt je om gemotiveerd en effectief met je schoolwerk bezig te zijn.

Studiecoaching
Heb je veel moeite met bijvoorbeeld het plannen van je huiswerk, het voorbereiden van toetsen of om je te concentreren? En heb je
meer hulp nodig dan de mentor kan bieden? Dan kan de studiecoach je helpen.

Studiezaal
Iedere dag kun je na je lessen terecht in de studiezaal. Daar kun je rustig aan het werk.

Extra ondersteuning

Leerlingbegeleiding
Soms heb je even meer ondersteuning nodig dan de mentor kan bieden. Bij diverse sociaalemotionele problemen kan een gesprek met de leerlingbegeleider helpen. Het kan bijvoorbeeld gaan over zelfvertrouwen, hoe je tegen jezelf aankijkt, de scheiding van ouders, somberheid en nog veel meer.

Remedial teaching
Remedial teachers kunnen je helpen bij: dyslexie, gedragsproblemen of leerachterstand door langdurige ziekte. Elke dyslectische brugklasleerling krijgt remedial teaching. Tijdens deze lessen worden strategieën aangeleerd om het leren makkelijker te maken. Daarnaast wordt het dyslexieprotocol uitgelegd aan het begin van het schooljaar. Leerlingen met een dyslexieverklaring krijgen
een faciliteitenpas, waarop staat dat zij bijvoorbeeld extra tijd krijgen bij een toets.

(Hoog) begaafdheid
Ons (hoog) begaafdenonderwijs is volop in ontwikkeling. We hebben (hoog)begaafdheidscoaches en er is extra ondersteuning en/of
uitdaging voor (hoog) begaafde leerlingen.

Faalangsttraining
Als je zoveel zenuwen hebt voor bijvoorbeeld het maken van een toets, dat je ‘dichtslaat’, dan kan een faalangsttraining helpen.
Je mentor bespreekt dit met je en kan je aanmelden voor een korte training die hier op school wordt gegeven.

Sociale vaardigheidstraining
Opgroeien, leren en meedoen gaan niet altijd vanzelf. Hoe ga je om met anderen? Hoe reageer je in moeilijke en lastige situaties?
Soms hebben kinderen daarbij een steuntje in de rug nodig. Daarvoor is de cursus Sociale Vaardigheden (SOVA). Door de cursus te
volgen is het makkelijker om mee te doen en sociaal vaardiger te worden.

Je kan aan de training deelnemen:
– Als je meer zelfvertrouwen nodig hebt.
– Als je moeite hebt met het maken van contact met je klasgenoten.
– Als je soms boos wordt en er niet goed mee om kunt gaan.
– Als je verlegen bent en niet goed weet hoe je moet reageren.
– Als je moeite hebt om voor jezelf op te komen.